Piet Buddingh'

Saturday, December 29, 2007

het nederlands imperialisme en kolonialisme in het moderne indonesische kinder- en jeugdboek(1)

Tijdens mijn docentschap aan de Jurusan-Belanda = sektie nederlands binnen de Fakultas Sastra = de Letterenfakulteit aan de Universitas Indonesia =de Universiteit van Indonesie te Depok (de nieuwe campus) in 1990 heb ik mij als belangstellende neerlandicus, die zich al vele jaren, ook beroepshalve, bezig houdt met jeugdliteratuur, afgevraagd, hoe in het Indonesische jeugdboek de revolutie en de vrijheidsstrijd aan bod komen.(2)
Of zoals een gepensioneerde brigade- generaal het generatie -vraagstuk tegenover mij formuleerde:"Je denkt toch niet, dat de moderne, computergestuurde samenleving automatisch aansluit op het elan uit de tijd van de Revolutie en de vrijheidsstrijd, met voor ons als inspirerend symbool Generaal Sudirman. Hoe de nieuwe generaties van de negentiger jaren zich ontwikkelen, is onvoorspelbaar".
Het verbindend element tussen beide alinea's is natuurlijk de vraag, of jeugdboeken over het genoemde onderwerp invloed hebben gehad op de Indonesische jeugd, maar daar heb ik geen onderzoek naar gedaan. Sterker, als ik kijk naar de geringe invloed van de eeuwenlange aanwezigheid van Nederland in het land, dan vrees ik, dat 'Belanda' voor veel jongeren anno 2000 een volstrekt onbekend land is en de vrijheidsstrijd een gebeuren uit een ver verleden.
Toch vind ik persoonlijk het onderwerp zoals aangeduid in de titel van dit essay heel interessant, vooral om dat ik als Indie- veteraan er nauw bij betrokken ben geweest.

Verzet in de kolonie.
Al zoekend naar deze beperkte groep jeugdboeken, daarbij intensief geholpen door mijn echtgenote Anneke, die als native- speaker conversatie-lessen heeft gegeven aan rechten- studenten van de U.I.,bleken er ook jeugdboeken te zijn geschreven over heldenfiguren uit het verleden van het Nederlandse imperialisme: Pattimura in de Molukken, Untung Surapati van Java.
Mijn keuze verruimde zich tot jeugdboeken over het verzet de eeuwen door tegen Nederland en werd bepaald door de vraag: "Hoe wordt in Indonesische jeugdboeken de beeldvorming van het verzet in de voormalige kolonie, bv. in Aceh, nader uitgewerkt?"
Geleidelijk aan groeide bij mij het vermoeden, dat in Indonesische jeugdboeken de vrijheidsstrijd uit de jaren '45- '50 verruimd is tot een Indonesische vrijheidsstrijd de eeuwen door.

Twee kindergedichten als voorbeeld
Les 5 van het schoolboek 'Bahasa Indonesia' voor klas 4 van de lagere school(3) opent met het gedicht "Pahlawanku"= 'Mijn held', dat ik in vertaling weergeef:

Mijn held

Hoorbaar is het gezoef van kogels
In de donkere morgen..doeng..doeng
Geschreeuw gekreun..
Twee..helden uitgestrekt
Op een vruchtbare rivieroever

Ver weg is een vliegtuig te horen
Twee..drie kogels klinken
Daarna nog

De stad sterft
Er komt niemand voorbij
Er is geen geluid
Er is geen leven

Deze dag zullen voortijdig sterven
Twee jonge mensen
Kogels doorboren hun borst
Zij sterven voor het land.

Interpretatie
Het gedicht is vaag in de aanduiding van de gesneuvelden, degenen die schieten, de plaats en de tijd van het gebeuren.Daardoor kan het toegepast worden op uiteenlopende situaties.
De interpretatie kan zijn: de gedoden zijn het zaad, zij liggen immers op een vruchtbare rivieroever, dat eenmaal zijn vruchten zal geven ,nl. de vrijheid van Indonesie, het vaderland.
In deze les komt ook de vlagceremonie op "Heldendag", 10 november, aan de orde; het gedicht heeft dus zeker betrekking op de vrijheidsoorlog.

Les 1 in "Bahasa Indonesia" voor klas 5 van de lagere school (3) sluit af met het gedicht "Pattimura", dat vertaald luidt:

Pattimura

Oh held Pattimura
Jij hebt je waarlijk heel verdienstelijk gemaakt
Voor Indonesie
Land en volk

Jouw volk van Saparua
Leefde langdurig vol lijden
Onderdrukt, uitgebuit, volgens
de Hollandse kolonisator een opstandeling

Jij verscheen om te verdedigen
Zonder hoop op betaling van een beloning
Jij volhardde in de marteling het lijden
Jij bracht het offer van ziel en lichaam

Interpretatie
In de eerste strofe wordt Pattimura direct geplaatst in het kader van het Indonesie- van- nu. Misschien gaat daardoor in het gedicht een vorm van beeldspraak schuil, nl. de pars- pro- toto:
het deel dat exemplarisch/ metonymisch staat voor het geheel; Pattimura en het volk van Saparua staan exemplarisch voor land en volk van Indonesie.
De anti- koloniale opstelling uit zich sterk in de versregels:

Onderdrukt, uitgebuit, volgens
de Hollandse kolonisator een opstandeling

En wat voor Pattimura en Saparua gold, geldt ook voor land en volk van Indonesie!

Al zoekend in de mooie boekwinkels van Jakarta heb ik samen met mijn vrouw Anneke tenslotte een kleine dertig kinder- en jeugdboeken kunnen aanschaffen. Om deze verantwoord te analyseren moest ik , naast de vertaling, een goed beoordelingsmodel ontwikkelen.

Java- centrisme
De erkenning van de anti- koloniale opstelling, deze identiteit, houdt echter tegelijkerijd in, dat in de koloniale periode deze nationale identiteit, dit nationale bewustzijn in en buiten Java onder de massa's niet sterk aanwezig was. Sterker nog: de Nederlandse overheid heeft de eeuwen door de tegenstellingen aangewakkerd door een 'verdeel- en heers'- politiek. De argwaan van nationalistische zijde tegen een federale structuur van een nieuw Indonesie kan op grond van historische ervaringen niet als overdreven van de hand worden gewezen. Anderzijds tonen de spanningen heden ten dage in Aceh, Timor, Irian Jaya, maar ook in Kalimantan, dat deze identiteit maar een beperkte samenbindende kracht vormt.

Wordt er nu in jeugdboeken vanuit een modern, Indonesisch bewustzijn een modern raster gelegd op het eeuwenlange verzet in de kolonie, dat nu eens hier en dan weer daar losbrak, maar er altijd wel geweest is? Moet de jeugdliteratuur beschouwd worden als een van de middelen tot verbreiding van een Indonesische identiteit, die de lokale beperkingen overstijgt en tot een nationale identiteit is uitgegroeid?
De rol van de soldaat aan Nederlandse zijde wordt nu ook verhelderd: het leger vormt het instrument om het koloniale rijk te vestigen, om een koloniale macht te handhaven en het verzet tegen haar te onderdrukken.
Zo begonnen de contouren zichtbaar te worden van een beoordelingsmodel om de boeken te analyseren.


Pancasila

Om een duidelijk zicht te krijgen op de stellingname van de auteur van een kinderboek t.o.v het imperialisme en het kolonialisme is inzicht in en kennis van de Pancasila, de staatsideologie,
m.i. onmisbaar: tegenover de duidelijke maatschappij-visie in de Pancasila verwoord komen de kenmerken van het imperialisme en het kolonialisme scherper tot uitdrukking. Vandaar ook deze korte introductie op deze ideologie.

In een rede, gehouden op 1 juni 1945, heeft wijlen president Sukarno heel duidelijk de Pancasila geformuleerd.(4) Zij is het richtinggevende kader van het revolutionaire proces en de grondslag van de Indonesische Staat en omvat vijf principes:
A. de nationale identiteit; B.humanisme; 3.democratie; 4.solidariteit; 5.geloof in God.
Om nu aan de bedoelingen van de auteurs recht te doen is het noodzakelijk met het kader van de Pancasila rekening te houden. Niet alleen wordt in het 'voorwoord' van verschillende boeken ronduit gesteld, dat de tijd erosie van patriottische gevoelens veroorzaakt (zie hiervoor), maar ook dat bewust gestreefd is naar aansluiting bij de doelstellingen van de Pancasila.(5)

Tenslotte wil ik voorafgaand aan het model definities geven van een aantal begrippen die in de besprekingen aan de orde kunnen komen.

nation- building: mentaliteitsbeinvloeding, die gericht is op de bewustwording tot een volk te behoren met een land en een taal.
imperialisme : het streven naar overheersing over buiten-Europese volkeren door landen als Engeland, Frankrijk, Nederland.(4)
kolonialisme : het vestigen gedurende lange tijd van het bestuur over een vreemd volk, dat vervolgens afgescheiden wordt van en onderworpen aan de overheersende macht (4)
etnocentrisme : een mentaliteit, die gekenmerkt wordt door gevoelens van voorkeur voor de eigen cultuur en het ondergeschikt maken daaraan van andere culturen.
racisme : het maken van onderscheid in positieve en negatieve eigenschappen tussen individuen en volkeren op grond van oneigenlijke kriteria en technologische wetenschap.
loyaliteit : het zonder bijbedoelingen trouw zijn aan b.v. een overheid.
gedrag, : het geheel van eigenschappen en ontwikkelingsmogelijkheden, waardoor het
karakter gedrag van een persoon duurzaam gekenmerkt en onderscheiden wordt.

Noten:
1. Mieke Bal :"Verteltheorie als instrument voor ideologie- kritiek", Spektator 13 1983- 1984 (4), pag. 266- 280;
2.GPF.Buddingh' :"Etnische groepen in de oudere jeugdliteratuur; in ;'Handboek Intercultureel onderwijs',Samson- Alphen a/d Rijn, code 2810;
3.Dinah Bergink :"De Panca Sila in het lager onderwijs". Een inhoudsanalyse van leerboekjes
voor het basisonderwijs in Indonesie; Amsterdam- 1976;
4.Dr.HL Wesseling:"Indie verloren Rampspoed geboren", A'dam- 1976;
5.Dr.H.van Daele :"Oncerwijskundig woordenboek", Rotterdam- 1974.


Het beoordelingsmodel

Het schema, dat Mieke Bal geeft in haar beschouwingen over literatuur(1), komt kortweg neer op drie vragen; de vierde vraag heb ik uitgewerkt en toegevoegd:

1. wie spreekt?
2. wie kijkt?
3. wie handelt?
4. voltrekken de tegengestelde kenmerken zich langs ideologische lijnen?(2)
Ideologische lijnen kunnen zijn: racisme, sexisme, maatschappelijke ideologieen als:
marxisme, liberalisme.

In een doctoraalscriptie van 1976 over de invloed van de invloed van de Pancasila in aardrijkskunde- en geschiedenisboeken in Indonesie worden nader kenmerken van de Pancasila gegeven.(3) Er worden drie thema's onderscheiden:
1. informatieve
2. politieke
3. gedragsthema's.

Bij 1 gaat het bij aardrijkskunde om nationale trots en het worden van een goed staatsburger; moed is belangrijk. Bij geschiedenis gaat het om bewustwording van de eenheid van land en volk. De taal, de Bahasa Indonesia, is voor die bewustmaking een belangrijk instrument.
2. betreft de nationale symbolen, nationale helden, de nationale feestdagen. Intern is loyaliteit tegenover het leger en de politie nodig; internationaal wordt gewezen op bestrijding van imperialisme en kolonialisme.
Voor 3 is belangrijk karaktervorming.

Voor het model heb ik nu de thema's onderverdeeld in sub- thema's en daardoor het onderstaande overzicht verkregen:

1. informatieve thema's 1.1. nationale trots
1.2. een goed staatsburger worden
1.3. moed
1.4. 'nation- building'

2. politieke thema's 2.1. nationale symbolen
2.2. nationale helden
2.3. nationale feestdagen
2.4. loyaliteit t.o.v. : 2.4.1. het leger
2.4.2. de politie
2.5. bestrijding van imperialisme en kolonialisme

3. gedragsthema's 3.1. hard werken
3.2.volharden
3.3. eerlijkheid
3.4. rechtvaardigheid
3.5. fatsoen, deugdzaamheid
3.6. tevredenheid
3.7. godsdienst en tolerantie.

Voor de "Conclusies" heb ik mij globaal gehouden aan de 3 hoofdthema's.

Schema voor de bespreking per boek:
Voor elk boek afzonderlijk heb ik het volgende schema aangehouden:
1. titelbeschrijving
2. inhoudsbeschrijving en beschrijving van de illustraties
3. commentaar; daarbij zal ik ook de illustraties analyseren
4. aanduiding van dominante thema's en sub- thema's; een boek kan bij verschillende thema's voorkomen.

Het nummer van het boek komt overeen met de volgorde/nummering van de boeken in II Verantwoording.
Daar de collectie sterk uiteenloopt qua moeilijkheidsgraad in taalgebruik en leesbaarheid en een leeftijdsaanduiding vaak ontbreekt, heb ik zelf geprobeerd een rangschikking naar leeftijd aan te brengen; de rangschikking loopt van ca. 6 jaar tot ca. 14/15 jaar in de opeenvolgende nummering.

De boeken zijn:
1. Damayanti :"Terima kasih Tuhan"= Dank u Heer;
Semarang- 1989
2. A Dwi Praseteyewati :"Pendidikan Moral Pancasila"= Onderwijs in
de ethiek van de Pancasila I; 1989
3. 'Pakaian Adat Indonesia' :"Klederdrachten van Indonesia" 1-2-3;
Jakarta, z.j.
4. Ibo Esthy m.w. :"Jakarta Ibu Kota Indonesia"= Jakarta
hoofdstad van Indonesia; Semarang- 1989
5. idem :"Mengapa upacara bendera,ayah?"= Waarom is er een vlagceremonie,vader?
Semarang- 1986
6. idem :"Merah putih merah putih"= Rood wit rood wit;
Semarang- 1987
7. Tri A. :"Hari - hari besar nasional"= Nationale feestdagen;
Semarang- 1990
8. Dra. Muchlisoh :"Bahasa Indonesia"; klas 4A; Jakarta- 1989;
M.Hidayat Daarin: les 5: "Pahlawanku"= Mijn Held; pag. 32 e.v.v.
Sjarifudin
9. Dra. Masmur :"Bahasa Indonesia"; klas 5A; 1988; Daarin: les 1:"Kapitan Pattimura"=
Muslich Kapitein Pattimura, en het gedicht 'Pattimura'
10.Ibu Esthy m.w.:"Pakerjaan Ibu"= Werkzaamheden van moeder;
Semarang- 1988
11. idem :"Pekerjaan Ayah"= Werkzaamheden van vader;
Semarang- 1988
12. Beptha :"Ladang Paman"= De tuinen van oom;
Semarang - 1986
13. Opini :"Musim huyan"= De natte moesson;
Semarang- 1989
14. idem :"Musim Kemara"= De droge moesson;
Semarang- 1989
15. idem :"Kebersihan lingkungan"= Een schoon milieu;
Semarang- 1989
16. :"Pak Pos"= de postbode;
Semarang- 1989
17.Mas Bilal :"Musim layang- layang"= Vliegertijd;
Semarang- 1990
18. S.Yanti :"Ani menjadi pramuka"= Ani wordt padvinder;
Semarang- 1988
19. Deddy Armand:"Untung Surapati"= De geluksbrenger Suraparti;
Jakarta- 1987
20. R.M.Buya :"Tukanku Imam Bonjol"= Vorst- Imam van Bonjol;
Bandung- 1987
21.Deddy Armand :"Cut Nyah Dien";
Jakarta- 1987
22a idem :"Cut Nyah Meutia;
Jakarta- 1984
22bDra.Maria Elvira::"Cut Meutia, the brave Pearl of Aceh"= Cut Meutia, de dappere Parel
van Aceh;
Jakarta- 1990
23.Deddy Armand :"Bandung Lautan Api";= Bandung zee van vuur;
Jakarta- 1984
24.M.Saribi Afn. :"K.H. Zainal Mustafa"; Jakarta- 1984
Adam Brata
25.Drs. Ayu Sutarto: "Sudirman; a simple man, a great general"; Jakarta- 1989
26.Deddy Armand : "Proklamasi 17 augustus 1945"= Proklamatie van 17 augustus 1945; Jakarta- 1945
27.Team Penyusun:"Album : 90 Pahlawan Nasional"= Album van 90 nationale helden; 1989
28.Kerukuan beragama"= Harmonie in geloven; Semarang 1989




Friday, December 28, 2007

Een Kerstinterpretatie

Het komt mij voor, dat het gedicht van W.A.P.Smit over het kerstgebeuren en zoals het geciteerd is in mijn ego-document, een diepere interpretatie toelaat.
Daarom zal ik het gedicht hier eerst citeren.

KERSTFEEST

De oude stal was kil van vocht
En angstig in lantarenschijn-
Maria, na den langen tocht,
Was bleek van moeheid en van pijn.

Zij rustte op het harde stro
En droeg een glimlach wonderbaar
En merkte Jozefs liefde no,
Onhandig zorgend over haar.

Maar aan den hemel ging een ster
En dreven zangen op den wind,
Want lanzaam kwamen van heel ver
Drie wijze mannen om een kind.

Zo, in de armoe onzer ziel,
Zijt Gij geboren onverwacht,
En 't licht dat rond Uw hoofdjen viel
Staat als een ster in onzen nacht.


Naar de vorm is het gedicht geen sonnet; toch zit er in het gedicht een duidelijke chute, nl. tussen de derde en de vierde strofe. In strofe 1 tm 3 schetst de dichter achtereenvolgens de situatie in de stal en de komst van de Wijzen uit het oosten.
In de eerste twee strofen wordt de situatie gedomineerd door Maria, die vermoeid van de reis uitrust op 'het harde stro'; als begeleidende figuur treedt Jozef op; geheel in de lijn van de verhaaltraditie is Maria de centrale figuur.
In de derde strofe is de lezer buiten onder de heldere hemel en een stralend sterrenfirmament; die ruimte wordt opgeroepen door de versregel: 'en aan de hemel ging een ster', een bewegend element in de ruime met sterren bezaaide hemelkoepel, een gewelf als het ware dat gevuld wordt door gezang van engelen, golvend op de wind. En op de vloer, de bodem van het gewelf vanuit de verte, de woestijn, de naderende drie koningen op hun rijdieren, de kamelen en de geschenken.
Alle drie strofen passen volmaakt in het traditionele kerstverhaal uit Lucas.

Maar dan komt de 4e strofe na de chute. We stappen als het ware uit het traditionele tafereel, dat we ook herkennen in talrijke middeleeuwse schilderijen en komen terecht in de huidige wereld van de dichter zelf: 'onzer ziel' en 'onze nacht'. Maar dan een abstractere wereld dan die van de eerste strofen; toch is het verbindende element voor en na de chute de ster; de ster die mee gereisd is de vele eeuwen door tot in de moderne tijd. M.i. ligt in deze persoonlijke benadering van het verhaal door de dichter de kern van het gedicht. En die kern is volgens mij van psychologische aard; eerst weer een citaat:

Zo, in de armoe onzer ziel,
Zijt Gij geboren onverwacht,

Eigenlijk moeten we lezen;(Zo), in de armoe onzer ziel,
Zijt Gij geboren (onverwacht),

In deze twee versregels verwoordt de dichter de bewustwording , de doorbraak naar zijn bewustzijn van 'de hoop'; het kerstgebeuren als metafoor voor een existentiele ervaring bij de
dichter, die zich bewust is geworden, dat zijn ervaring van 'de hoop' staat in een eeuwenlange traditie van ver voor het begin van de jaartelling en al verwoord is in de vele joodse visoenen uit het eerste testament, zoals het visioen van 'het omsmeden van de zwaarden tot ploegscharen'.En de twee laatste versregels zijn opnieuw een magnifieke metafoor voor dit tijdsbegrip. Eerst maar weer een citaat:

En 'tlicht dat rond Uw hoofdjen viel,
Staat als een ster in onzen nacht.

Het is in de bewustwording van de dichter de ster in zijn eigen bewustzijn, die de eeuwen door terug gaat op Bethlehem en via Bethlehem op het eerste testament: zoals in het verhaal over Bileam. Daarin voorspelt deze Oosterse(!) magier tegenover Balak, de vijand van Israel:"Zie er zal een Ster opgaan in Jakob..." En wellicht nog veel verder terug op ons onbekende culturen, waarin de sterren een grote rol speelden, zoals in het oude Egypte, zij het dan met een nieuwe joodse lading naar de menselijke samenleving toe.De geboorte van 'de hoop', die in een duistere, uitzichtloze, gewelddadige wereld de ongebroken kracht is geweest binnen het jodendom, maar tegelijkertijd binnen het christendom een grote cultuurscheppende kracht is geworden, die de bron is van de bloeiende Europese en Westerse cultuur anno 2000.
En dat de sterrenhemel in die oude culturen zo'n grote rol speelde, komt door de toen nog overweldigende sterrenmassa's in de donkere (woestijn)- nachten. Wij kennen dat niet meer door de enorme lichtvervuiling.
Maar je kunt je tenslotte ook afvragen, of de ster inmiddels Europa niet definitief verlaten heeft en doorgereisd is naar andere werelden zoals Afrika. Want soms moet ik ook denken aan de ondergang van het oude Babel, zoals daarvan verteld wordt in het boek Daniel: als er op de muur van de feestzaal in Babel bij koning Beltsasar een hand verschijnt, die schrijft:

Mene,Mene,Tekel, Ufarsin,
Geteld, gewogen en te licht bevonden.

Toen Beltsasar, zich onaantastbaar wanend, op dat feest de heilige vaten uit de tempel in Jeruzalem misbruikte, voltrok zich de ondergang: juist in die nacht viel Babel in handen van de Meden en Perzen en werd Beltsasar ' koning der Chaldeeen' gedood.
Opnieuw een indrukwekkende metafoor die m.i. betrekking heeft op de menselijke wereld van deze planeet, ook in onze tijd.