Piet Buddingh'

Friday, October 31, 2008

Een geuzenvendel en de Indie-veteraan

Een geuzenvendel en de Indie-veteraan.

Soms vallen er parallellen op tussen een gedicht uit het verleden en de ervaringen van een Indie- veteraan. Dat is bv. het geval met het gedicht "'t Geuzenvendel op den Thuismars" van de dichter F.L.Hemkes (1854- 1887). Met name de eerste versregel van de eerste strofe trof mij nadrukkelijk; maar eerst zal ik het hele gedicht citeren.

't Geuzenvendel op den Thuismars

Zij kwamen na jaren uit Brabant weerom
Met vliegend vaandel en slaande trom
En zagen de zon bij het zinken
Op 't duin van hun Vaderland blinken.

Zo rukken zij voort - 't is de zee, die hen trekt-
Maar ginds, waar het gras hun gevallenen dekt,
Is 't, of hun een 'halt!' wordt geboden
En houden zij rust bij de doden.

"Komt, slaat de trommel en steekt de trompet!
Maar langzaam en statig, als zij 't een gebed,
En treedt met ons vaandel naar voren;
Zij zullen het Prinsenlied horen!'

Zij zongen het, saam om de heuvel geschaard,
Met de hand aan den hoed, met de hand aan het zwaard,
En plechtig, ver in 't ronde
Klonk 't lied van Aldegonde.

Toen sprak nog de hopman een :'Broeders, Goenacht!'
En 't vendel trok voort, aan de kim, als een wacht,
Verhieven Holland's duinen
In 't avondrood hun kruinen.


Vanzelfsprekend ademt het gedicht de romantische sfeer van de 19e eeuw, maar tegelijkertijd is het ook de sfeer van de soldaat en zijn ervaringen de jaren door. Dat het gedicht eigenlijk heel lang afgedaan is als een wat bombastisch geheel, kan ik alleen maar verklaren uit het gegeven, dat Nederland meer dan 150 jaar niet met oorlogshandelingen te maken heeft gehad en daardoor een sterk pacifistische mentaliteit heeft ontwikkeld: Nederland heeft de Europese ervaringen van de 1e wereldoorlog gemist en daardoor een geisoleerde kijk op de omringende wereld ontwikkeld en een ongevoeligheid voor het eigen , ver verleden en de daarbij behorende geschiedenis, met name de tachtigjarige oorlog en de gevoelens die deze oorlog nog heel lang tot in de 19e eeuw heeft opgeroepen; in feite heeft Nederland de decennia door een goede militaire traditie gemist Het consequente dieptepunt van die pacifistische mentaliteit was wel de overgave van de enclave Srebrenica.
Niet onbegrijpelijk is het, dat het aansprekende 'na jaren' bij een Indie- veteraan reacties oproept, als hij zoals ondergetekende ook jarenlang militair is geweest en nagenoeg 3 jaar in de tropen heeft mogen doorbrengen als dienstplichtige.
Maar met die laatste plaatsbepaling begint ook meteen het verschil met de situatie bij Hemkes: het Geuzenvendel dat uit Brabant terugkeert naar het noorden en een route volgt langs het duinengebied. Of het vendel een onderdeel is geweest van het leger van prins Maurits na de slag bij Nieuwpoort, wordt niet duidelijk; het zou kunnen, maar hoeft natuurlijk niet zo te zijn. Wel is duidelijk, dat de groep als overwinnaar terugkeert: 'met vliegend vaandel en slaande trom'.
De naam 'Geuzenvendel' sluit m.i. uit, dat het een afdeling is geweest na de tiendaagse veldtocht van 1830.

De tweede strofe doet mij denken aan het afscheid, dat in Indonesie genomen werd van de gevallenen op Kembang Koening in Oost-Java.
Kenmerkend voor de 2e strofe vind ik de tussenzin - 't is de zee, die hen trekt-; daarmee refereert Hemkes aan de zeevaart in de Gouden Eeuw en het romantische streven om de 19e eeuw een nieuwe impuls te geven door te wijzen op het glorieuze verleden van de Republiek en de Jan Saliegeest, zoals Potgieter die beschrijft in 'Jan,Jannetje en hun jongste kind', te doorbreken.
In die romantische setting: 'duinen, de zee', rusten zij bij het ereveld van de gesneuvelden; een groen gebied temidden van de 'blinkende duinen' en op de achtergrond het ruisen van de branding. Als het vendel zich vervolgens in een erehaag heeft opgesteld, klinkt het bevel: sla de trommel, en dat zal wel een omvloerste trommel zijn geweest, en steekt de trompet. En wie van de veteranen herinnert zich dan niet het hoornsignaal bij de eigen dodenherdenking op een reunie? Want ook dan werd de vlag halfstok gehesen.
De bekroning van het saluut is het plechtig gezongen Wilhelmus. Romantisch is opnieuw de beschrijving van de groep: 'met de hand aan de hoed, met de hand aan het zwaard'; en weer wordt de situatie duidelijk herkenbaar: een gedisciplineerde militaire eenheid opgesteld in een duinpan, die afscheid neemt van de gevallenen. Het is misschien merkwaardig, maar het sentiment van het gedicht resoneert toch bij mij, en wellicht doordat het gebeuren in wezen dezelfde kern heeft als het afscheid op de erevelden in Indonesie.
Het afscheid is kort:"Broeders, Goenacht!" En het verstrijken van de tijd wordt zichtbaar, als de eenheid in het avondrood verder trekt de vallende nacht tegemoet, naar de Republiek. En dezelfde duinen uit de eerste strofe, die toen nog blinkend waren, zijn nu en straks in de opkomende nacht de wachters rond het ereveld; en daarmee geeft Hemkes uiting aan zijn nationalistische gevoelens tegenover Holland, een nationalisme dat heel nauw verbonden was met de romantiek.
In heel zijn geidealiseerde situering is het gedicht voor mij toch ook een metafoor voor de ervaringen van de duizenden Indie- veteranen, die na terugkeer in Indonesie een bezoek brachten aan het ereveld van hun eenheid; voor mij is dat Kembang- Koening op Oost- Java.
Overigens zijn de verschillen groot in de context: niet alleen uiterlijk: Hollands duinen tegenover de palmbomen in Indonesie, maar vooral door een inderdaad ronkend en misplaatst eerbetoon aan iemand als generaal Spoor, van wie zowel op Menteng Poeloh als in Roermond prominent een buste is geplaatst. Die m.i. omstreden adoratie door bepaalde veteranen is volledig afwezig in het gedicht van Hemkes: de enige band tussen de levenden en de doden is het symbolische 'Lied van Aldegonde'. Maar ondanks mijn distantie t.o.v. het moderne eerbetoon blijft 'Het Geuzenvendel' voor mij persoonlijk metaforisch voor de dodenherdenking van de gevallenen in Indonesie. (Daarbij denk ik ook niet in de laatste plaats aan het massagraf van omgekomen vrouwen en kinderen in de Japanse kampen, dat zich op Menteng Poeloh bevindt).

Wednesday, October 01, 2008

Het Nederlands imperialisme en kolonialisme in het moderne Indonesische kinder- en jeugdboek 7

26. Titelbeschrijving
"Proklamasi 17 augustus 1945"= Proclamatie op 17 augustus 1945; is geschreven door Deddy Armand in de serie "Historische dagen" en bestemd voor jongeren van 14/15 jaar en ouder. De uitgever is P.T. Garuda Metropolitan Press- Jakarta en het betreft de 1e druk van augustus 1984; het kost Rp.1500,-.

Inhoudsbeschrijving
In het 'Voorwoord' wordt er op gewezen, dat de kloof tussen de jonge generaties en die uit de oorlogstijd, die de vrijheid bevocht op de kolonisator erg groot is.
Onze voorouders komen uit Achter- Indie en verspreidden zich over onze Archipel. Aan de stranden wonen sterke zeevarenden. Die tijd was een gouden tijd van een klassieke rijkdom. Door de grote vooruitgang van de beschaving ontstaan vorstendommen in onze eilanden- wereld.
Er volgt een bespreking van sinds 400: aanvankelijk waren er Hindoerijkjes. De macht van Sriwijaya bv. reikte tot in Cambodya; in die tijd wordt de Borobudur gebouwd. Airlangga bedijkt de Brantas en gebruikt het water voor irrigatie. Gaja Mada verenigt het hele eiland onder Majapahit. Na de dood van Hayam Wuruk komt de Islam.
In 1511 doen de Portugezen een aanval op het vorstendom Semenanging Melayu; zij willen de zeeweg naar de Molukken openen. Bij Sunda Kelapa worden zij verslagen door Fatahillah; deze bouwt Jacatra.
De kooplieden van de VOC noemen ons eilandenrijk Oost- Indie en verdrijven de Portugezen. Pieter Both verslaat tweemaal Mataram. De zwager van de sultan van Banten kiest de zijde van de Hollanders; 'zulke mensen zijn bereid hun land te verkopen.'
Daarna komt Untung Surapati te sprake.
In 1799 neemt de regering van Holland de machtspositie van de VOC in de Archipel over.
Verzetshaarden elders in de Archipel: Pattimura en Martha Christina Tiyahaku in de Molukken; Imam Boncol in Minangkabau; Nyi Ageng Serang en Pangeran Diponegoro op Midden- Java; op Kalimantan Pangeran Antasari; in Aceh vele edelen, die 'door hun dood anderen opwekken tot verzet'. In Batak is het Si Singamangaraja en in Jambi sultan Thaka Syaifuddin.
Aan het einde van de 19e eeuw kunnen Indonesische jongeren hoger onderwijs volgen; daardoor ontwaakt het nationalisme. Japan verslaat Rusland; de organisatie Sudi Utomo wordt opgericht. Dan vinden arrestaties plaats; 1300 mensen worden verbannen, oa. naar Digoel op Irian.
Op 20 oktober 1928 wordt op een congres in Jakarta geformuleerd: een land- een volk- een taal. Het volkslied wordt het 'Indonesia raya' en de componist is Wage Rudolf Supratman.
Japan begint de oorlog in Oost- Azie en stoot door naar het zuiden; op 8 maart 1942 geven de Hollanders zich over. Later richten de Japanners de PETA op. Maar Japan wordt steeds meer
een kolonisator; denk aan de romusha's. In 1945 richten de Indonesiers, met toestemming van Japan, de 'Bond tot voorbereiding van de Vrijheid' op.
Op 29 met 1945 formuleert Mohamed Yamin de 5 principes voor een onafhankelijk Indonesie; op 1 juni geeft ir. Sukarno daar de naam Pancasila aan.
Op 14 augustus capituleert Japan; op aandringen van Sutan Sjahrir en jongeren als PETA- leden leest Ir. Sukarno, samen met drs. Mohamed Hatta, in aanwezigheid van hun families, de vrijheidsproclamatie voor op Jl. Pegangsaan Timur 56. De vrijheid die wij erven moet dan inhoud krijgen. De jonge generatie, die niet geengageerd is, kan niet de grootheid van het land
erven.

Illustraties
Op het omslag staan tegen de achtergrond van de Indonesische vlag Sukarno en Hatta, terwijl in de voorgrond gevechtssituaties uit de geschiedenis zijn getekend. Dezelfde plaat keert terug na het 'Voorwoord', maar dan met de afgedrukte proclamatie; in vertaling:

Proclamatie
Door deze verklaren wij, volk van Indonesie, de vrijheid
van Indonesie...
Jakarta, 17 augustus 1945
In de naam van het volk van Indonesie
Sukarno- Hatta

Daarna volgen illustraties over de opeenvolgende periodes en strijdtonelen in de diverse regio's van Indonesie; een plaat over het concentratie- kamp in Boven- Digoel, een realistische plaat over de behandeling door Japanners van romusha's en het plechtige moment van de proclamatie.

Commentaar
De Nederlandse aanwezigheid wordt konsekwent in een kader van imperialisme en kolonialisme gebracht, evenals de onderwijspolitiek. Het leger is het instrument om die aanwezigheid te handhaven. Dat geldt ook voor Japan; wel is er een groot verschil in de verbeelding van de wrede behandeling van de romusha's en het beeld van het concentratiekamp in Boven- Digoel. Gemeenschappelijk is, dat Nederland en Japan het gevaar van buitenaf vormen, waardoor de Indonesische identiteit wordt bedreigd.
Interessant is de betekenis van de vorstenhoven voor de ontwikkeling van die identiteit.De uitstraling van deze vorstenhoven was nog voelbaar op de indrukwekkende tentoonstelling "Seni Kraton Indonesia": Kunst uit de kratons van Indonesie"(1). Zij riep gevoelens op van herkenning met de klassieke tentoonstellingen over de kunstschatten uit Griekenland, Egypte, Thracie, enz.
Een zwakke kant in het boekje vind ik het ontbreken van relaties tussen de opstanden in de verschillende delen van de Archipel, die niet alleen in de ruimte ver uit elkaar liggen, bv. Aceh en de Molukken, maar bovendien in de tijd door eeuwen gescheiden zijn. Het boekje brengt onbedoeld aan het licht, dat er in de Archipel, die zich naar Europese maatstaven uitstrekt van Ierland tot voorbij Moskou, grote onderhuidse spanningen kunnen bestaan. Door uitvoerig in te gaan op de gemeenschappelijke etnische, Maleise oorsprong van de bevolking wordt indirect erkend, dat de Papoea's een andere etnische oorsprong hebben.
Een tweede beperking is, dat Armand geen geschiedenis van de Pancasila geeft, dat hij niet ingaat op de wortels er van in de Indonesische cultuur. Met het anti- imperialistische en anti- kolonialistische kader vormt Indonesie geen uitzondering in de volkerengemeenschap. Maar juist vanuit de Pancasila kan het een eigen bijdrage leveren in de universele, planetaire cultuur.
De grote aandacht voor 'nation- building', ook via kinder- en jeugdboeken, kan verklaard worden uit het inzicht bij de overheden, dat het gevaar reeel is, dat door middelpuntvliedende krachten de staat uiteen kan vallen.

Aanduiding van de thematiek
Informatieve thema's : 1.2. een goed staatsburger worden
1.4. nation- building

27. Titelbeschrijving
"Album 90 Pahlawan Nasional" dan sajaharal Perjuangannya= Album van 90 Nationale Helden en de geschiedenis van hun strijd; is uitgegeven door Bahtera Jaya- Jakarta, met medewerking van o.m. de ministeries van Oorlog en Sociale Zaken in Indonesie. Het is bestemd voor jongeren van 14 jr. en ouder; de uitgave is de 4e druk van 1989 en kost Rp. 3200,-.

Inhoudsbeschrijving
Het boek begint met 2 motto's, waarvan het tweede luidt:"Een volk is groot, als het de verdiensten van zijn helden waardeert". In het 'Voorwoord' bij de 1e druk schrijft de uitgever, dat de bedoeling van het Album is om de waarden van het heldendom in stand te houden. Alleen zij staan in het Album, die officieel erkend zijn en de titel "Pahlawan Nasional" ontvangen hebben op basis van een brief van de President van de Republiek Indonesia.
De ziel van het heldendom zal zich zelf in elke tijd bewijzen: vroeger- nu en later. Moge dit boek nuttig zijn bij het opgroeien van de komende generaties in de idealen, vaderlandsliefde en de identiteit van de volledige Pancasila.

Het boek bevat sinds de 4e druk de korte levensgeschiedenis en de strijd van 91 nationale helden uit de 17e, 18e, 19e en 20e eeuw. De helden- galerij omvat mannen en vrouwen, zowel vrijhedsstrijders als mensen uit de gezondheidszorg, onderwijs, de politieke partijen uit de koloniale tijd; m.a.w. mannen en vrouwen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de vrijheid de eeuwen door en voor de ontwikkeling van de cultuur in Indonesie.

Illustraties
Het kloeke boek vertoont op het omslag de foto's en portretten van o.m. Kartini en de legendarische generaal Sudirman. De reproducties van de foto's en de protretten in het boek zijn van zeer matige kwaliteit.

Commentaar
Het Album beoogt geen persoonsverheerlijking, maar het aanreiken van identificatie- modellen voor jongeren van belangrijke cultuurdragers uit de geschiedenis van de Archipel. Het boek beoogt ondersteunend te werken bij de ontwikkeling van 'nation- building'.
De publikatie is niet uitzonderlijk; ook in Nederlandse geschiedenisboeken komen belangrijke cultuurdragers uit verleden en heden aan de orde; om enkele voorbeelden te noemen: Jacoba van Beieren, Michiel de Ruyter, Leghwater, Christiaan Huygens, Boerhaave Fruin, Thorbecke, Huizinga, koningin Wilhelmina.
Opmerkelijk is een analogie tussen beide landen: in Nederland wordt door de terugblik op cultuurdragers de indruk gewekt van een politieke en staatkundige eenheid in de M.E. en de volgende eeuwen, die er in feite nog niet was: de gewesten waren heel zelfstandig en hadden hun eigen belangen. Datzelfde verschijnsel doet zich ook voor in dit Album: de verschillende rijken in de Archipel waren soms zelfs volstrekt tegengesteld gericht. Toch wordt vanuit het moderne perspectief een Indonesische identiteit gesuggereerd, die er in de voorgaande eeuwen (nog) niet was. Deze indruk wordt bovendien versterkt. doordat de cultuurdragers gepresenteerd worden in het kader van de Pancasila; zie ook de inhoudsbeschrijving bij nr. 26.
Ik mis in het Pantheon belangrijke figuren uit de kunsten, zoals de dichter Chairal Anwar.
Maar de doelstelling van het Album is respectabel en helder: aan de jonge generaties tonen, dat het gelaat van een volk wordt bepaald door de kwaliteiten van zijn beoefenaars van wetenschappen, kunsten, politiek. Het accent ligt bij de jonge Indonesische natie begrijpelijk op de vrijheidsstrijd, de strijd tegen imperialisme en kolonialisme.
Tekenend is echter weer het ontbreken van Papoea- vertegenwoordigers. Daarmee wordt ongewild erkend, dat deze volken los staan van de andere bewoners van de Archipel en een eigen geschiedenis en identiteit hebben, die zij ook binnen de moderne, Indonesische context willen handhaven. De aanwezigheid van de Javaan Yosaphat Sudarso, die in 1962 omkwam in de Laut Aru tijdens een treffen met een Nederlands fregat, accentueert het Java- centrisme
slechts.

Aanduiding van de thematiek
Politieke thema's : 2.2. nationale helden