Piet Buddingh'

Tuesday, January 10, 2012

Midden- Brabant en 400 jaar Reformatie

Deze terugblik op de Reformatie in Midden- Brabant is natuurlijk in de eerste plaats een gevolg van het gegeven, dat het in 2011 vierhonderd geleden is, dat de Reformatie vaste voet kreeg in het zuiden van de 'grote rivieren', met name op het grensgebied van de rivierklei en de zandgronden van het r.k. Midden- Brabant. Daarbij heb ik enkele bronnen geraadpleegd, waardoor ik dieper op die periode kan ingaan en tegelijkertijd de invloed er van in de moderne tijd wil bespreken. Maar ook wil ik een aanvulling geven op een boekje, dat die gebeurtenis memoreert, omdat in dat werkje m.i. de kern van die 400 jaar ontbreekt. Het boekje heet"Volk van Zijn weide"; keurig verzorgd, maar erg oppervlakkig en verbrokkeld; het doet wat anekdotisch aan en daardoor ontbreekt voor mijn gevoel de grote lijn tussen 1611 en de daarop volgende eeuwen en de moderne positie van het protestantisme in Midden- Brabant, Oost- Brabant ( en misschien zelfs Limburg).




Alvorens in de geschiedenis te duiken wil ik de titel van het boekje nader verklaren: het is een citaat, dat vermeld staat op het stempel van de Nederlands- Hervormde Gemeente in v.m. Besoyen, voorheen een zelfstandige, burgerlijke gemeente, nu een wijk van Waalwijk. En daarmee kom ik ook aan een afronding van deze introductie, want in 1611werd vanuit 'het noorden' de eerste protestantse gemeente in v.m. Besoyen gesticht; een feit dat in 2011 in het 'witte' kerkje aldaar op gepaste wijze werd herdacht en in dat boekje op schrift gesteld. De titel van het boekje demonstreert de tendens er van: een introverte blik op het gemeente- zijn, en tegelijkertijd een afbakening naar het Joodse denken, te weten een vorm van het ant- judaistische substitutie- denken: de kerk als plaatsvervangende structuur sinds 'de ondergang' van het jodendom na de opstand van Bar Kochbah in 70 door de Romeinen.




De positie van het protestantisme voor 1611.




Reeds vroeg, vanaf het begin, manifesteerde de Reformatie zich in het zuiden van de Nederlanden, zoals Antwerpen; maar door de contra- reformatie is het protestantisme in de zuidelijke Nederlanden verdwenen, en wellicht ook in de zgn generaliteitslanden: in Brussel werden protestanten uit 's- Hertogenbosch op de brandstapel gezet! Maar naarmate de positie van de Republiek in deze generaliteitslanden sterker werd, werden voor de weinige protestanten r.k. kerken onteigend en aan hen overgedragen, zelfs de St.- Jan in Den Bosch viel 'deze eer' te beurt ondanks het minimale aantal kerkgangers! Maar gelukkig werd die al gauw weer 'terug gegeven' aan de r.k. parochie van Den Bosch; een fraai voorbeeld van deze onteigening is de mooie hervormde kerk van Waalwijk- centrum: nog tot in het heden denken veel katholieken:"Eigenlijk is dat onze kerk". Toch blijft de positie van het protestantisme in het noorden van Midden- Brabant opvallend: zeker ook na het afdammen van de Maas in de 19e eeuw bij de sluis van Andel en het graven van de Bergsche Maas vanaf Heusden, genoemd naar Geeetruidenberg.




De protestantse enclave vanaf v.m. Besoyen tot Geertruidenberg en in zuidelijke richting tot Kaatsheuvel en 's Gravenmoer is de jaren door manifest gebleven, niet in de laatste plaats door de ontwikkeling van de godsdienstige ligging, nl. steeds meer in de richting van een redelijk strenge Gereformeerde Bondsleer binnen de Hervormde Kerk in de 19e eeuw.




De negentiende eeuw.




Deze eeuw is voor Nederland, na de afscheiding van de Zuidelijke Nederlanden en de stichting van de staat Belgie, de eeuw van de romantiek geworden o.i.v. van het tijdschrift 'De Gids'; dat betekende voor velen van de toenmalige elite een teruggrijpen op de Gouden Eeuw, toen de 'protestantse' Republiek gegrondvest werd; deze romantische impuls kan volgens mij ook niet los gezien worden van de ontgoocheling in de Republiek na de afscheiding van Belgie. Frappant, om niet te zeggen opzienbarend, is nu hoe vanuit het Reveil pogingen zijn ondernomen om door te dringen in het katholieke Zuiden: welgestelde leden van het Reveil kochten gronden op op de zandgronden van Midden- Brabant om daar vervolgens protestantse agrariers een eigen boerenbedrijfje te laten beginnen;. die expansie-drang vanuit het noorden was karakteristiek en stond m.i. mede onder invloed van die romantische mentaliteit, die hang naar het verleden van de eerder genoemde Gouden Eeuw. Tegelijkertijd werd ook de r.k. kerk assertiever door het herstel van de bisschoppelijke hierarchie! De spanningen tussen beide stromingen binnen het christendom waren behoorlijk intensief, m.i. ook in deze regio. Niet ongenoemd mag in dit kader blijven de anti- katholieke manifestatie van de April- beweging: de golven gingen hoog! Begin 20ste eeuw werden vanuit het noorden bovendien ook niet- katholieken op interessante posten in het zuiden benoemd zoals op sleutelposities bij de mijnen in Zuid- Limburg. In Waalwijk gebeurde dat oa. bij het nieuw opgerichte proefstation voor de leder- en schoen- industrie en de daaraan verbonden middelbare vakschool voor deze industrie. Niet toevallig ontstond deze industrie in de Langstraat, omdat op de grens met de zandgronden looistoffen onttrokken konden worden aan het akkermaalshout voor het looien van de huiden. Op het terrein van dit instituut bevonden zich dan ook grote looiputten als studie- opstellingen. Voor de r.k. bevolking en haar elite moeten deze benoemingen irritatie hebben veroorzaakt door gebrek aan concurrentie- kracht via het r.k. onderwijs tegenover deze noordelijke dominantie. Tegelijkertijd met de wederopbouw van de bisschoppelijke hierarchie heeft de onderwijspacificatie aan het begin van de 20ste eeuw de basis gelegd voor de voortschrijdende emancipatie van de katholieken. Ook in midden- Brabant doet deze emancipatie zich gelden door het stichten van r.k. scholen voor het voortgezet onderwijs, zoals het Dr. Moller- college in Waalwijk, een volstrekt normaal gebeuren. Deze ontwikkelingen zijn eigenlijk wel boeiend als historisch fenomeen, want natuurlijk komt er bij het protestantse en niet- kerkelijke volksdeel in deze regio een nieuw bewustwordingsproces op gang, nl. dat deze volksgroepen en hun inbreng in het maatschappekijk domein overspoeld dreigen te worden door deze onderwijsontwikkelingen. In deze hernieuwde bewustwording tegenover de eerder beschreven r.k. emancipatie en in 'het verzet' daartegen heeft de kerkeraad van de kleine Hervormde gemeente in v.m. Besoyen een belangrijke, stimulerende rol gespeeld, met name door de toenmalige predikant ds. L. van de Peut, en door de inbreng van mijn ouders en in het bizonder van mijn vader, de ouderling J. Buddingh'. Uitvoerig wordt op deze onderwijsgeschiedenis van het protestantse onderwijs in gegaan in de herdenkingspublikaties van "Het Willem van Oranje"- college in Waalwijk bij het 40- en 50-jarig bestaan van deze grote protetantse scholengemeenschap: ruim 2500 leerlingen en een staf van 250 medewerkers. Zeker moet hier ook genoemd worden de accountant/ c.q. toenmalige wethouder van Waalwijk voor de CHU, wijlen de heer C.P. van den Hoven., die in het boek bij het 40- jarig jubileum werd geinterviewd. Het "Willem van Oranje"- college was in 1949 bij de oprichting de eerste prot.- chr. scholengemeenschap beneden de grote rivieren in Midden- Brabant! Zij had een grote uitstraling naar de rest van Midden- en Oost- Brabant, Limburg en in het noorden van deze provincie tot in de Bommeler Waard via een dependance in Wijk en Aalburg.


Wat in 1611 begon als manifestatie van de Reformatie , een van de vormgevende krachten in de Republiek,werd herkenbaar in de expansieve activiteiten van het Reveil op de zandgronden van Midden- Brabant en culmineerde in de indrukwekkende ontplooiing van het protestantse onderwijs sinds 1949 en de decennia daarna!